Huurovereenkomst voor bepaalde tijd, diplomatenovereenkomst of tussenhuur
Bepaalde tijd bij verhuur van woonruimte is niet zomaar even bepaald in tijd. Daar komt meer bij kijken.
Hiernaast treft u aan twee modellen van te hanteren huurovereenkomsten voor bepaalde tijd bij huur-verhuur van woonruimte, ook wel genaamd: diplomatenovereenkomst of tussenhuur.
Dit zijn, na een wetswijziging op artikel 7: 274 lid lid 2, sub a t/m c BW, strikt genomen de 2 enige wettelijke opgesomde mogelijkheden om voor bepaalde tijd te kunnen verhuren, met uitzondering van de in de Wet doorstroming huurmarkt 2015 gegeven situaties.
Artikel 7: 274 lid 2 BW ziet alleen toe op het geval de terugkerende verhuurder/eigenaar (7: 274 lid 2 sub a BW) of de terugkerende huurder (7: 274 lid 2 sub b BW) de woning (weer) als woning in gebruik wil nemen. Andere gebruiksbestemmingen spelen hierbij geen rol. Zo is het niet mogelijk om voor bepaalde tijd te verhuren op grond van het feit dat de eigenaar het pand op termijn leeg en ontruimd wil verkopen. Koop breekt geen huur.
Sinds de wetswijziging per 1 juli 2016 zijn de mogelijkheden voor tussenhuur verruimd. Een verhuurder mag nu meerdere tussenhuren achter elkaar aangaan en verhuurder en huurder mogen onderling afspreken dat de oorspronkelijk overeengekomen bepaalde tijd wordt verlengd. Die bepaalde-tijd-verlenging moet dan wel worden overeengekomen voordat de met de huurder oorspronkelijk overeengekomen termijn is verstreken.
Nadere uitwerking
Via onderstaande links kunt u een door u gewenste model aanvragen met betrekking tot een diplomatenovereenkomst of tussenhuur:
Denkt u er aan dat ook bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd te allen tijde huuropzegging is vereist. Om u als verhuurder daaraan te herinneren zijn de regels van huuropzegging uitgebreid in het contract opgenomen. Ook aan de eventuele echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner van de huurder dient de huurovereenkomst separaat te worden opgezegd, zolang het gehuurde die echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner tot hoofdverblijf strekt.
Ga een zogenaamde all-in huurprijs uit de weg, als zijnde wettelijk verboden. Maak een duidelijk onderscheid tussen de kale huur en eventueel bijkomende betalingsverplichtingen. Een all-in huurprijs heeft tot gevolg dat er geen huurverhoging kan worden berekend; de kale huurprijs is immers niet te herleiden. Tevens kan een afrekening servicekosten niet worden berekend zulks bij gebreke van een aantoonbaar bedongen voorschotbedrag.
Fixatie van bijkomende servicekosten is niet de bedoeling van de wetgever. Zie: Tweede Kamer, vergaderjaar 2002/2003, 28 721, nr. 6: zij hebben gevraagd of voor de servicekosten geen huurbescherming voor huurders van woonruimte meer bestaat, waarbij zij ervan zijn uitgegaan dat partijen ter zake van deze kosten een vast bedrag (lees: fixatie) kunnen overeenkomen, waarvan niet afgeweken kan worden. Deze vraag moet ontkennend worden beantwoord.
Dit geldt tevens voor geliberaliseerde huurovereenkomsten (!), met dien verstande dat de huurcommissie dan geen rol speelt.
Anders dan via de diplomatenovereenkomst of tussenhuur, kan er worden verhuurd onder het regime van: